zondag 13 februari 2011

Het Grote Boek der Mensheid ontrafeld

     Er gaat geen dag voorbij of wereldleiders en tv-journaals weten te melden dat we vandaag getuige zijn geweest van een Historische Gebeurtenis. Zó vaak zelfs dat we langzamerhand in een historische inflatie moeten zijn beland.
     Er is iets merkwaardigs aan deze vaststellingen. Wie denkt dat geschiedenis onderzoek naar, en beleving van het verleden is, komt hier in aanraking met een geschiedenisbegrip dat zich helemaal niet beperkt tot het verleden. Geschiedenis speelt zich in deze opvatting namelijk net zo goed in het heden, en zelfs in de toekomst af.
     Op de dag dat Moebarak zou aftreden (maar het niet deed), wist Obama vóóraf: "We zullen vandaag getuige zijn van een historische gebeurtenis". Toen Moebarak een dag later dan toch aftrad, hield Obama een rede die ongeveer zo begon:
     "Het is de mensheid niet vaak gegeven historie te beleven. Er zijn slechts een paar ogenblikken in een mensenleven dat we getuige mogen zijn van een historische gebeurtenis. Vandaag was zo'n dag".
     Geschiedenis is, vrees ik, in deze opvatting vooral het Grote Boek van de Mensheid, waarin we van Grote Gebeurtenis naar Grote Gebeurtenis ijlen. Daar deze geschiedenis zich even gemakkelijk in het heden en in de toekomst afspeelt, moet hieraan dus worden toegevoegd dat dit Grote Boek blijkbaar allang geschreven is, en dat wij soms een blik kunnen werpen in de bladzijden die vandaag en overmorgen spelen. Het moet dus wel een bovenaards boek zijn, dat wij tijdens ons leven moeten zien te doorgronden. Lukt dit, dan stemt dit ons tot dankbaarheid dat we getuige 'mochten' zijn. Zo voelen we meer diepte in ons leven. Daar hebben we echter andere - en betere - boeken voor.
     Ook tv-journaals hebben het vaak over een "historische uitslag" of een "historische doorbraak". Vaak wordt ook nog als (toekomstig) nieuwsfeit gemeld dat het hier een gebeurtenis betreft "waarover latere generaties historici zeker zullen schrijven". Ook hier weer die merkwaardige, bovenaardse omkering van verleden en toekomst. Het is vooral opzienbarend dat men voortdurend meent te weten waarmee historici zich bezighouden en nóg beter waarover ze in de toekomst zullen schrijven.

     Historici doen vaak heel andere dingen.
     Zeker, soms is er een die in één grote greep het tijdperk-Napoleon of het tijdperk-Hitler poogt te vatten.
     Veel vaker gaat het over de ontwikkeling van de suikerprijs op de Amsterdamse beurs in de zeventiende eeuw, of over de bewoningsgeschiedenis van Almondestraat 38, later gesplitst in 38a en 38b, te Rotterdam.
     Ook 'gewone mensen' hebben een heel andere beleving van geschiedenis. Zij zoeken hun stamboom uit, of proberen het gevoel van vroeger te pakken te krijgen met een wandeling door het Zuiderzeemuseum. De vondst van een voorvader die chirurgijn was, of de aanblik van een strijkijzer uit 1900, kunnen een gevoel van verrassing opleveren. Soms leidt geschiedenisonderzoek tot ontmythologisering: het oude familieverhaal 'dat we van de Hugenoten afstammen' blijkt een mythe. Geschiedenis gaat juist vaak over het ontrafelen en onttoveren van mythen. Nieuwe verrassingen komen er voor in de plaats.
     In het geschiedenisboek van wereldleiders en media staan helemaal geen verrassingen, en ook geen ontmythologiseringen. Het is een dor boek vol clichématige opsommingen van Grote Gebeurtenissen uit tv-journaals.
     Het Grote Comité van Geschiedkundigen, dat om de zoveel tijd vaststelt welke Gebeurtenissen Historisch zijn geweest, en in het Grote Boek moeten worden opgetekend, is een fictie, een mythe. Ook déze mythe moet nu eens worden onttoverd - door historici.